Product Categorie

Accofil 30 Me/0,5ml Opl Inj Voorgev.spuit 5x0,5ml

CNK 3258662 | Merken:
Voorschrift Verplicht
  • Geneesmiddelen met voorschrift kunnen alleen in de apotheek en op basis van een medisch voorschrift worden verstrekt.
  • De prijs van geneesmiddelen wordt berekend op basis van je ziekenfonds tussenkomst op het ogenblik van betaling in de apotheek.
  • Zorg ervoor dat je een voorschrift en/of identiteitskaart hebt bij afhalen van je geneesmiddelen met voorschrift.

Via onze website kan je geneesmiddelen met voorschrift reserveren.

Je apotheker bereidt ze en laat je weten wanneer ze klaar staan. Je geneesmiddelen en bijhorend advies liggen voor je klaar in de apotheek.

  • Reserveer AL je geneesmiddelen online
  • Ook voor geneesmiddelen met voorschrift
  • Reservatie klaargemaakt en nagekeken door je apotheker
  • Je ontvangt een notificatie per e-mailbericht wanneer je reservatie en bijhorend advies klaar zijn

Voorschriftplichtige medicatie kan enkel via RESERVEREN besteld worden.

  • Reductie van de duur van neutropenie en de incidentie van febriele neutropenie bij patiënten die worden behandeld worden met gangbare cytotoxische chemotherapie voor maligniteiten (met uitzondering van chronische myeloïde leukemie en myelodysplastisch syndroom).
  • Reductie van de duur van neutropenie bij patiënten die een myelo-ablatieve behandeling gevolgd door beenmergtransplantatie ondergaan bij wie rekening wordt gehouden met een verhoogd risico op een langdurige ernstige neutropenie.
  • Geïndiceerd voor de mobilisatie van perifere bloedvoorlopercellen (PBPC).
  • Geïndiceerd (langdurige toediening) om het aantal neutrofielen te verhogen en de incidentie en duur van met infectie gepaard gaande gebeurtenissen te verminderen bij patiënten, kinderen of volwassenen, met ernstige congenitale, cyclische of idiopathische neutropenie met een absolute neutrofielen telling (count) of ANC van < of = 0,5 x 10 E9/l en een verleden van ernstige of recidiverende infecties.
  • Behandeling van aanhoudende neutropenie (ANC < of = 1,0 x 10 E9/l) bij patiënten met een HIV-infectie in een vergevorderd stadium om de kans op bacteriële infecties te verminderen.

Na cytotoxische chemotherapie

  • Aanbevolen dosering: 0,5 MIU/kg/dag (5mg/kg/dag) als subcutane injectie of als intraveneus infuus van 30 minuten.
  • Eerste dosis: minimum 24 uur na de cytotoxische chemotherapie.
  • Totdat het verwachte neutrofielennadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt.

Na myelo-ablatieve therapie

  • Aanbevolen dosering: de 1,0 MIU/kg/dag (10mg/kg/dag) als intraveneus infuus van 30 minuten of 24 uur of als een continue subcutane of intraveneuze infusie gedurende 24 uur.
  • Eerste dosis: minimum 24 uur na de cytotoxische chemotherapie en binnen 24 uur voor de beenmerginfusie.
  • Dagelijks totdat het verwachte neutrofielennadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt.
  • Vervolgens dient de dagelijkse dosis filgrastim te worden getitreerd in functie van de neutrofielenrespons:
    • Indien ANC > 1,0 x 10 E9/l blijft gedurende 3 opeenvolgende dagen: dosis reduceren tot 0,5 MIU/kg/dag.
    • Vervolgens, indien ANC > 1,0 x 10 E9/l blijft gedurende 3 of meer daarop volgende dagen: filgastim stoppen.
    • Indien ANC daalt tot < 1,0 x 10 E9/l gedurende de behandelingsperiode : dosis filgrastim opnieuw verhogen volgens de stappen hierboven.

    Mobilisatie van PBPCs (chemotherapie)

    BIJ PATIËNTEN DIE MYELOSUPPRESSIEVE OF MYELOABLATIEVE THERAPIE ONDERGAAN, GEVOLGD DOOR AUTOLOGE PBPC's

    • Bij monotherapie:
    • Aanbevolen dosering: 1,0 MIU/kg/dag als een continu subcutaan infuus gedurende 24 uur of eenmaal daags een subcutane injectie gedurende 5 tot 7 opeenvolgende dagen.
    • Tijdstip van leukaferese: 1 of 2 leukafereses op dag 5 en 6 zijn meestal voldoende.
    • Dosering met filgrastim dient te worden gehandhaafd tot aan de laatste leukaferese.
  • Na myelosuppressieve chemotherapie:
    • Aanbevolen dosering: 0,5 MIU/kg/dag als dagelijkse subcutane injectie:

    - vanaf de eerste dag na het beëindigen van de chemotherapie,

    - totdat het verwachte neutrofielennadir is gepasseerd en het aantal neutrofielen de normaalwaarde heeft bereikt.

    • Leukaferese dient te worden uitgevoerd in de periode dat de ANC stijgt van < 0,5 x 10 E9/l tot > 5,0 x 10 E9/l.
    • Voor patiënten die geen uitgebreide chemotherapie hebben ondergaan, is één leukaferese vaak voldoende.
    • In andere omstandigheden worden extra leukafereses aanbevolen.

    MOBILISATIE VAN PBPC BIJ GEZONDE DONOREN VOORAFGAAND AAN ALLOGENE PBPC-TRANSPLANTATIE

    • Aanbevolen dosering: 1,0 MIU/kg/dag als subcutane injectie gedurende 4 tot 5 dagen.
    • Leukaferese dient te worden gestart op dag 5 en te worden voortgezet tot en met dag 6 om 4 x 10 E6 CD34+ cellen/kg lichaamsgewicht van de ontvanger te verkrijgen.

    Bij ernstige chronische neutropenie

    • Aanbevolen aanvangsdosis:
    • 1,2 MIU/kg/dag door een subcutane injectie, als enkelvoudige dosis of verdeeld over de dag in geval congenitale neutropenie.
    • 0,5 MIU/kg/dag door een subcutane injectie, als enkelvoudige dosis of verdeeld over de dag in geval van idiopathische of cyclische neutropenie.
  • Vervolgens:
    • Dagelijkse toediening als subcutane injectie totdat het aantal neutrofielen 1,5 x 10 E9/l bereikt en boven dit niveau gehandhaafd kan blijven.
    • Na één of twee weken behandeling mag de aanvangsdosis worden verdubbeld of gehalveerd afhankelijk van het effect bij de patiënt.
    • Vervolgens kan de dosis iedere 1 tot 2 weken individueel worden aangepast, teneinde het gemiddelde aantal neutrofielen tussen 1,5 x 10 E9/l en 10 x 10 E9/l te handhaven.
    • Een snellere dosisverhoging kan worden overwogen bij patiënten met ernstige infecties.

    Patiënten met een HIV-infectie

    • Ter correctie van een neutropenie:
    • Aanbevolen aanvangsdosis: 0,1 MIU/kg/dag als subcutane injectie.
    • Verhogen met titratie tot een maximum van 0,4 MIU/kg/dag (tot 1,0 MIU/kg/dag bij een klein aantal patiënten) totdat een normaal aantal neutrofielen is bereikt en kan worden gehandhaafd (ANC > 2,0 x 10 E9/l).
  • Ter handhaving van een normaal aantal neutrofielen:
    • De initiele dosis aanpassen naar een dosis om de dag van 30 MIU/dag door middel van een subcutane injectie.
    • Verdere dosisaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn op basis van de ANC van de patiënt om het aantal neutrofielen >2,0 x 10 E9/l te handhaven.

    Wijze van toediening

    • Intraveneuze of subcutane infusie.
    • Kan indien nodig verdund worden in een 5% glucose-oplossing.
    • Verdunning tot een eindconcentratie < 0,2 ME per ml wordt nooit aanbevolen.
    • Voor concentraties <1,5 ME/ml dient humaan serumalbumine te worden toegevoegd tot een eindconcentratie vna 2mg/ml.

Sign In