Aseksualiteit is een parapluterm voor mensen die weinig tot geen seksuele aantrekkingskracht ervaren. Niettemin is er veel variatie binnen deze groep mensen in hoe ze hun aseksualiteit beleven.

Een belangrijke misvatting is dat een aseksueel persoon vergelijkbaar is met een celibatair die er bewust voor kiest om geen seks te hebben. Aseksueel zijn is geen keuze, maar een seksuele oriëntatie. Ook is aseksueel zijn niet hetzelfde als geen zin hebben in seks of een laag libido hebben. In bepaalde stressvolle periodes bijvoorbeeld kan je merken dat je libido laag is, maar dat betekent niet noodzakelijk dat je aseksueel bent.


Veel variatie binnen aseksualiteit

Aseksualiteit kan je zien als een spectrum. Waar mensen zich bevinden op dat spectrum, hoe ze met andere woorden hun aseksualiteit ervaren, is zeer individueel bepaald:

  • Sommige aseksuelen kunnen seksuele opwinding voelen, anderen dan weer niet of in mindere mate.
  • Een minderheid van aseksuele mensen zegt wel al eens seksuele aantrekkingskracht te hebben gevoeld.
  • Sommigen masturberen om spanning los te laten, anderen hebben hier geen ervaring mee.
  • Er is ook een verschil tussen geen behoefte hebben aan seks of er daadwerkelijk afkerig van zijn.
  • Sommigen hebben helemaal geen seksuele ervaring, anderen hebben dit wel, binnen of buiten hun relatie.


Dan maakt men ook nog de indeling tussen romantisch aseksuelen en aromantisch aseksuelen. De eerste groep is in staat omverliefd te worden of om liefde te voelen voor iemand anders. Aromantisch aseksuelen ervaren deze gevoelens niet.


Geen onderwerp dat zo veel, maar ook zo weinig besproken wordt als seks. Iedereen heeft er de mond van vol, maar als puntje bij paaltje komt, blijken het net gebrekkige of oppervlakkige communicatie, foutieve informatie en irreële verwachtingen te zijn die aan de basis liggen van vele relationele en seksuele problemen. Niemand geeft graag toe dat zijn of haar leven niet altijd even rooskleurig is. Nochtans worstelen we allemaal met dezelfde vragen en willen we het liefst van al een eerlijk en duidelijk antwoord.

Daarom gingen wij op gesprek bij relatietherapeut en seksuoloog Vanessa Muyldermans.

Om met de deur in huis te vallen: heeft een man meer seksueel verlangen dan een vrouw?

“Het lichaam van een man verschilt van dat van een vrouw. Hoe onze maatschappij ook evolueert, dat verschil blijft. We hebben niet hetzelfde lichaam en ook niet dezelfde (hoeveelheden) hormonen (*). Is het dan niet logisch dat mannen en vrouwen iets zo lichamelijks als seks anders ervaren en er daarom ook anders mee omgaan?”

Nochtans verwachten veel mannen én vrouwen dat een vrouw evenveel ‘goesting’ heeft als een man.

“Inderdaad, en dan liefst allebei ook nog op hetzelfde moment. Maar hoe realistisch is dat in ons vaak hectische leven? Wat ik het vaakst in mijn praktijk tegenkom, is dat meneer te veel goesting heeft en mevrouw te weinig. Hoe meer meneer zijn best doet, hoe kleiner het seksueel verlangen van mevrouw lijkt te worden. Abnormaal? Helemaal niet. Maar om dat te begrijpen moeten we even stilstaan bij de verschillen tussen man en vrouw.


Als je het seksuele verlangen van een man zou uittekenen op een grafiek, dan krijg je een min of meer stabiele lijn vanaf het moment dat hij seksueel actief wordt tot zijn 60 à 65 jaar. Bij een vrouw ziet die grafiek er heel wat grilliger uit, met pieken en dalen. Het seksueel verlangen van een vrouw is reactiever en kan door veel meer factoren beïnvloed worden, zoals de verschillende fases in haar leven en de gebeurtenissen die haar pad kruisen.

Volgens de theorie van de “erotische plasticiteit” is een vrouw wat seks betreft immers erg flexibel, veel meer dan een man. Dat gaat volgens de hypothese van het Darwinisme terug tot in de oertijd, waar de vrouw er alles aan moest doen om de sterkste man uit de groep voor zich te winnen én hem aan zich moest zien te binden. Een vrouw is seksueel gezien dus een stuk meer flexibel dan een man: zij kan zich meer aanpassen aan de wensen en noden van een man en is meer beïnvloedbaar door allerlei gebeurtenissen en omstandigheden.

Is dat dan de oplossing? Moet een vrouw dat seksueel verlangen dan maar forceren?

We zien zin te vaak als honger of dorst: een behoefte die spontaan naar boven komt en gestild moet worden. We hebben zin of niet, daar lijkt verder weinig aan te doen. Maar dat klopt niet.

Als mevrouw meneer seksueel gaat plezieren tegen haar zin, dan voelt ze zich daar zeker en vast niet goed bij. Meneer voelt dat aan en het probleem wordt alleen maar groter. Seks forceren als er absoluut geen verlangen is, is dus niet de oplossing. Wat mevrouw wél zou kunnen forceren, zijn de omstandigheden die haar ontvankelijk maken voor seksuele stimuli. Om dat te begrijpen, moeten we meer inzicht krijgen in het verschil tussen het seksueel verlangen van beide seksen. 


Het seksueel verlangen van een man kan je vergelijken met een ritje op de autostrade. Meneer stapt in zijn wagen, rijdt de autostrade op en geeft gas totdat hij zijn bestemming bereikt. Hij komt onderweg geen obstakels tegen: geen rode lichten, geen verkeersdrempels, …

Mevrouw haar reis gaat echter via een kronkelend pad. Alvorens zij kan vertrekken, moet ze twee keer het tolhuisje passeren. Enkel als ze de juiste papieren kan voorleggen, gaan de poorten open en kan ze doorrijden.

De eerste poort gaat over algemene voorwaarden om zich goed te voelen in haar vel, om op ‘haar gemak’ te zijn, zich (emotioneel) veilig te voelen, en dus open te staan voor mogelijke seksuele prikkels. Er zijn vrouwen bij wie de poort niet opengaat als ze net van job veranderd of verhuisd zijn. Bij een ander kan het de aanwezigheid van kinderen in huis zijn, de gedachte dat ze morgen extra vroeg moet opstaan, de vergadering van de dag nadien die ze nog moet voorbereiden, de was die nog opgehangen moet worden of de ruzie met haar zus. Je begrijpt dat het vaak even zoeken is naar welke stukjes de puzzel compleet maken. Eens een vrouw weet welke omstandigheden ervoor zorgen dat poort nummer één opengaat en welke factoren dat absoluut niet bevorderen, is het aan haar om ervoor te zorgen dat de zaken die helpen om de poort open te maken zoveel mogelijk aanwezig zijn en de remmende factoren proberen weg te werken. Ook is het belangrijk dat ze dat zo uitlegt aan haar man. Die hoeft dan ook niet teleurgesteld te zijn.

Mannen gebruiken seks immers als communicatiemiddel, om uit te drukken dat ze hun partner graag zien. Ze beschouwen dit als het ultieme, meest dichtbij elkaar zijn. Ze verwachten hetzelfde van hun vrouw. Seksuele afwijzing zal een man daarom snel interpreteren als “ze ziet mij niet graag”. Terwijl een vrouw een man supergraag kan zien zonder een seksueel verlangen naar hem te hebben. 


Stel bijvoorbeeld dat poort één nooit opengaat op de avond voordat mevrouw aan de vroege shift op het werk moet beginnen. Als haar man dat weet, kan hij daar rekening mee houden. Hij kan haar knuffelen en zoenen, zonder dat daar seks van moet komen. Mevrouw zal zich veel beter voelen, want ze moet haar man niet afwijzen. Meneer kent de echte reden: zijn partner heeft haar slaap nodig want ze wil uitgerust aan haar dag beginnen. Hij moet daar verder niets achter zoeken.

En wat als de omstandigheden positief zijn, komt de rest dan vanzelf?

Het belangrijkste werk gebeurt aan die eerste poort. Eens daar gepasseerd, wacht je enkel nog poort twee, en die is veel gemakkelijker open te krijgen. Daar gaat het over wat de vrouw fijn vindt, welke rechtstreekse seksuele stimuli haar opwinden. Sommige koppels moeten leren om ook daar duidelijker in te zijn naar elkaar toe.

De meeste mensen zijn enkel gefocust op de tweede poort en vergeten de eerste. Maar hoe hard meneer ook zijn best doet om zijn vrouw aan poort nummer twee te verwelkomen, als poort één niet opengaat, is alle moeite voor niks.

(*) Bij een vrouw produceren de eierstokken (ovaria) vooral oestrogenen en progestagenen. Bij een man produceren de zaadballen (testes) meer androgenen met als belangrijkste hormoon testosteron. Een vrouw heeft ook testosteron, maar veel minder. Een mannenlichaam maakt 7 mg/dag, dat van een vrouw 1 à 2 mg/dag. Testosteron stimuleert het seksueel verlangen.



Vergeet sexy lingerie of sensuele muziek, schuif je erotische speeltjes aan de kant …goede seks begint met de juiste mindset. En vooral voor vrouwen blijkt dat een belangrijke issue te zijn.


‘Remmingen’ kunnen drastisch gebannen worden

De manier waarop je seks ervaart, hangt af van wat er omgaat in je brein. Of je zin hebt in seks en ervan geniet, wordt vooral bepaald door wat je denkt en hoe je je voelt. Ben je onzeker over je lichaam, heb je geen vertrouwen in je partner, of heb je angst voor intiem contact in het algemeen, dan is geen enkel seksspeeltje daartegen opgewassen. Sexy lingerie, chocolade in bed, een romantische noot of een sensuele tune op de achtergrond helpen uiteraard om het spannender, meer relaxed of leuker te maken. Maar ze helpen enkel als de soundtrack in je hoofd ook mee wil.

Vooral vrouwen durven al eens afhaken omdat ze niet in the mood zijn. Maar het goede nieuws is dat daaraan gewerkt kan worden: een paar nieuwe denkpatronen volstaan om sommige remmingen drastisch weg te werken en om je seksleven op te krikken. En… die kunnen heel gemakkelijk aangeleerd worden, zegt de Amerikaanse Kara Loewentheil van ‘Unf*ck Your Brain’. 

Toch horen daar een paar kanttekeningen bij.

  • Seksbeleving wordt ook gestuurd door een aantal biologische wetmatigheden die spijtig genoeg niet kunnen worden beïnvloed door positieve gedachten. Als je bekkenbodemspieren te veel verzwakt zijn of als je last hebt van vaginale droogte bijvoorbeeld moeten er andere maatregelen worden genomen.
  • Bij mensen die echt getraumatiseerd zijn, zal een positieve gedachtengang niet volstaan om het seksleven te boosten.
  • Het vraagt ook wat tijd, geduld en volharding om de gevolgen van zo’n nieuw denkpatroon te voelen. Je zal ze elke dag luidop voor jezelf moeten herhalen tot je er helemaal van doordrongen bent. En je wacht best niet met jezelf op te peppen tot het tijd is om tussen de lakens te duiken.
  • Het is niet altijd gemakkelijk om eerlijk te zijn met jezelf en om toe te geven dat je twijfels hebt over jezelf of je partner. Vaak ben je je daar misschien zelfs niet van bewust. Je denkt dus best eens goed na over de blockers die hieronder opgelijst worden.



De meest voorkomende orgasme blockers en de bijhorende denkpatronen om ze te counteren

1. Je maakt je zorgen over hoe je eruitziet als je naakt bent.

Sommige vrouwen (of mannen) hebben het gevoel dat ze er onaantrekkelijk uitzien wanneer ze naakt zijn of wanneer ze een bepaalde houding aannemen. Ze gaan ervan uit dat hun partner daar hetzelfde over denkt en die onvolmaaktheden gewoon tolereert.

Met dit denkpatroon kan je je wel ontspannen en aantrekkelijk voelen:

  • Heb je een vaste relatie? Denk er dan aan dat het niet de eerste keer is dat je partner je naakt ziet en dat hij/zij altijd weer graag bij jou terugkomt en van je houdt. Zo erg kan het dus niet zijn.

Het is uiteraard altijd een goed idee om te praten met je partner over de dingen die je angstig of bezorgd maken. Samen naar een oplossing zoeken, versterkt de intimiteit.

  • Bij een nieuwe relatie: denk eraan dat mensen zich vaak voorstellen hoe een potentiële partner er zou uitzien zonder kleren. Als je volslank bent mét kleren verwacht jouw partner zeker niet dat je er slank zal uitzien als je naakt bent. Je partner weet dus vooraf ‘wat voor vlees hij/zij in de kuip heeft’ en zou zich niet tot je aangetrokken voelen als dat beeld niet positief was geweest.

Je hoeft geen mannequinfiguur te hebben om aantrekkelijk te zijn. Sommige mannen of vrouwen houden nu eenmaal meer van mollig en rondingen dan van slank of mager. 


2. Je vraagt je voortdurend af of je partner wel voldoende genot ervaart tijdens de seksbeleving en vergeet daardoor om zelf te genieten.

Dit is het denkpatroon om daarmee komaf te maken:

  • Hoe meer ik geniet van seks, hoe meer mijn partner er ook zal van genieten.
  • Mijn partner raakt er opgewonden van als hij mij kan laten genieten.
  • Door mijn partner toe te laten om mij op te winden geef ik hem de kans om zich sexy en krachtig te voelen.

Het ideale scenario is natuurlijk de gedachte dat genot beleven tijdens seks met wederzijdse toestemming een mensenrecht is waar zowel man als vrouw recht op hebben. Maar voor bepaalde personen werkt dat niet. Daarom is dit nieuwe denkpatroon een meer haalbare kaart.


3. Je voelt je er niet comfortabel bij om aan je partner te zeggen wat je leuk of aangenaam vindt tijdens het vrijen.

Er zijn een aantal redenen waarom bepaalde personen zich ongemakkelijk voelen om hun partner wegwijs te maken en aan te geven waarvan ze genieten, zelfs al vraagt die het uitdrukkelijk: ze denken dat het raar zal overkomen, of ze zijn geremd vanuit hun opvoeding, of ze denken dat hun partner niet zal toestemmen met wat ze graag willen ….

Nieuwe gedachten die je kunt aanleren om meer pit te brengen in je seksleven:

  • Ik ben bereid om mij vooraf wat gegeneerd of ongemakkelijk te voelen als dat gevoel beloond wordt met een geweldig goede sekservaring.
  • Als ik aan mijn partner zeg waarvan ik geniet dan zal hij/zij niet verlegen zijn om ook open te zijn tegenover mij.
  • Als wij beiden opgewonden zijn, ervaart mijn partner ook een betere seksbeleving.


4. Je hebt geen zin in seks maar je geeft toe omdat je je daartoe verplicht voelt tegenover je partner.

Mensen die met dat probleem kampen, denken meestal dat het te wijten is aan een lichaamseigen oorzaak (vermoeidheid, de hormonen…) of aan hun partner. Hij zou hen niet voldoende aantrekkelijk vinden of zelf niet voldoende aantrekkingskracht hebben.

Herken je je daarin? Dan ligt, nog steeds volgens Loewentheil, het echte probleem niet bij je partner en ook niet bij je fysieke toestand. Het zit tussen je oren en het wordt beïnvloed door hoe je denkt over seks in het algemeen en hoe je staat tegenover je partner. Beschouw je seks als een grote inspanning of als een ongemak, dan zal je nooit in the mood zijn. Vind je dat het de schuld van je partner is dat je je niet voldoende sexy voelt, dan komt het nooit goed.

Met welk denkpatroon kan je die gevoelens counteren?

  • Situatie 1: Het ‘vanavond niet schat’ scenario is van toepassing en je wilt je daar ook comfortabel bij voelen.

Als je echt geen zin hebt in seks en je wilt daarover geen schuldgevoel, denk er dan aan dat het normaal is dat je partner wel ontgoocheld is. Maar dat betekent nu ook niet het einde van een liefdevolle relatie.

  • Situatie 2: Als je je seksuele appetijt op peil wilt brengen, motiveer jezelf dan met de gedachte dat het meestal wat tijd vraagt voor je helemaal in the mood bent. Dat je het toch op zijn minst een kans moet geven.
  • Als je wil loskomen van een idée fixe en jezelf het gevoel wil geven dat je sexy bent, denk dan aan een moment waarbij je dat gevoel al eerder had. Probeer je dat moment voor de geest te halen: wat droeg je, wat deed je, in welke omgeving gebeurde dat?

Impotentie betekent dat de man geen of geen voldoende sterke erectie krijgt of kan aanhouden om te penetreren bij de vrouw. De ejaculatie is niet noodzakelijk verstoord.

Naar schatting heeft ongeveer de helft van de mannen af en toe wel eens te maken met een erectiestoornis. Bij ongeveer 1 man op 10 komen erectiestoornissen frequent of chronisch voor.

Impotentie is totaal verschillend van onvruchtbaarheid. Een impotente man kan vruchtbaar zijn en kan ook kinderen krijgen.


Hoe ontstaat een erectie?

De penis bevat drie cilinders van sponsachtig weefsel die over de hele lengte van het lid lopen. Deze cilinders bevatten ontelbare spiercellen en bloedvaatjes die tijdens een erectie vollopen met bloed. Hoe meer bloed de cilinders bevatten, hoe groter en steviger de erectie. Een penis in volle erectie bevat acht maal meer bloed dan een slap lid.

De penis bevat naast bloedvaatjes en spiercellen ook kleine zenuwuitlopers die geprikkeld worden bij seksuele stimulatie waardoor de bloedvaatjes zich openen en de spiercellen ontspannen.

Wanneer één van deze schakels (bloedvaatjes, zenuwuiteinden, spiercellen) defect raakt, loopt het erectiemechanisme mank.

Naast deze fysiologische factoren die nodig zijn voor een erectie zijn, spelen ook andere factoren

  • seksuele opwinding
  • een adequaat testosterongehalte (het mannelijk hormoon)
  • een normaal functionerende hypofyse (het hersenaanhangsel waar ondermeer testosteron wordt afgescheiden)


Oorzaken

Terwijl men er vroeger van uitging dat 8 erectiestoornissen op 10 een psychologische oorzaak hadden, gaat men er vandaag van uit dat in 8 op 10 gevallen een fysiologisch of lichamelijk defect aan de basis ligt.

De meest voorkomende oorzaken zijn:

  • het gebruik van bepaalde geneesmiddelen (producten tegen hoge bloeddruk, anti-depressiva, enz.) en druggebruik
  • roken
  • leveraandoening (meestal tengevolge van alcoholmisbruik)
  • bloedvaatproblemen (bv. ten gevolge van slagaderverkalking, diabetes)
  • neurologische problemen (ten gevolge van bv. een rugletsel, een ziekte zoals multiple sclerose, enz)
  • urologische problemen (ten gevolge van bv. een prostaatoperatie, bestraling)
  • psychologische problemen (depressie, vermoeidheid, stress, angst voor een hartaanval…)


Elementen om de preciese oorzaken te achterhalen zijn ondermeer:

  • zijn de stoornissen geleidelijk aan of plots ontstaan
  • bestaat het probleem erin dat je geen erectie kan krijgen of dat je geen erectie kan aanhouden
  • heb je spontane erecties wanneer je slaapt?
  • hoe lang bestaat het probleem al
  • rook je veel
  • drink je veel
  • Neem je bepaalde geneesmiddelen?
  • ben je recent geopereeerd? Word je behandeld voor prostaatproblemen? Vaatproblemen?
  • Heb je recent een ongeval gehad?
  • Merk je veranderingen in je gemoedstoestand (depressief, gestresseerd&)?
  • Zijn er veranderingen in je slaapgewoonten?
  • Heb je schrik wanneer je seks hebt (bv. schrik voor een hartaanval)?
  • Heb je problemen bij het urineren?
  • Merk je andere veranderingen aan je penis?


Wat is er aan te doen?

Vooraleer een behandeling kan gestart worden, moet de arts de oorzaak van de erectiestoornissen opsporen.

Eens de diagnose gesteld, staan vier mogelijke behandelingsmethoden ter beschikking:

  1. geneesmiddelen die het erectiemechanisme beïnvloeden,
  2. mechanische hulpmiddelen die een erectie opwekken,
  3. chirurgie
  4. psychotherapie.

Chirurgie blijft voorbehouden voor zeldzame gevallen met specifieke aandoeningen van het urogenitaal apparaat (bv. geblokkeerde bloedvaten), terwijl psychologische begeleiding in de meeste gevallen is aangewezen.

1. Mechanische hulpmiddelen:

Penisprothesen:

Via een operatie wordt een semi-rigide, opblaasbare prothese in de penis ingeplant en een klein pompje in de balzak. De prothese moet manueel worden opgepompt. Door op dit pompje te drukken, blaast de prothese op en bekomt men een erectie.

Vacuümpompen:

Een nogal omslachtige methode waarbij de penis in een cilinder geplaatst wordt die verbonden is met een vacuümpompje. Door het pompje wordt de lucht weggezogen uit de cilinder waardoor bloed in de penis wordt geperst. Van zodra de penis stevige genoeg is, moet men een rubberen ring rond de basis van de penis leggen om de erectie te behouden. De ring mag maximum 30 minuten ter plaatse blijven.

2.Geneesmiddelen

  • Er bestaan producten die in de penis worden ingespoten of via de urinebuis worden ingebracht. Ze zorgen ervoor dat de spieren in de penis ontspannen waardoor de bloedstroom op gang wordt gebracht.

Deze methodes zijn alle vrij doeltreffend, maar hebben één belangrijk nadeel: het gebruik ervan schrikt af.

  • Er bestaan producten die via een pleister op de penis worden aangebracht en testosteron vrijgeven. Deze producten mogen enkel worden gebruikt bij een testosterontekort, anders kunnen ze de problemen nog verergeren.
  • Sinds enkele jaren bestaan ook geneesmiddelen die via de mond kunnen worden ingenomen. Bekendst is Viagra® dat effectief zou zijn bij 70% van de mannen met erectiestoornissen. De indicatie moet wel goed gesteld worden, want mannen met hartklachten of verregaande aderverkalking komen niet in aanmerking. Voor hartpatiënten die met nitraten behandeld worden, is het middel zelfs gevaarlijk.

In de komende jaren zullen nieuwe producten op de markt komen die geen nevenwerkingen op het hart hebben en die ook sneller effect hebben (Viagra® moet minstens een half uur voor het vrijen worden ingenomen).



Een zwangere vrouw kan gerust seks hebben als de zwangerschap goed verloopt. Welke seksstandjes zijn geschikt tijdens de zwangerschap? En waarop kan je best letten?


Het belang van communicatie

Seksualiteit tijdens de zwangerschap verschilt van persoon tot persoon. Bij vrouwen hebben hormonale factoren en lichamelijke veranderingen mogelijks invloed op het libido, en ook partners moeten wennen aan de situatie en aan de lichamelijke veranderingen die een zwangerschap met zich meebrengt... Het is belangrijk om te communiceren over problemen of twijfels.


Is vrijen tijdens de zwangerschap gevaarlijk voor de baby?

Het is niet waar dat vrijen of een orgasme krijgen tijdens de zwangerschap schadelijk kan zijn voor de baby. Het is ook niet waarschijnlijk dat seks vroeggeboorte of een miskraam veroorzaakt. Zelfs niet als je al eerder een miskraam hebt gehad. De foetus kan geen schade oplopen of een infectie oplopen als gevolg van geslachtsgemeenschap. Het embryo wordt niet alleen beschermd door de slijmprop, het vruchtwater en de baarmoederwand, maar de baarmoederhals is ook gesloten, zodat sperma de baby niet kan bereiken.

Als een miskraam na geslachtsgemeenschap optreedt, is dit meestal niet de oorzaak. Het kan hoogstens de oorzaak zijn van het voortijdig afstoten van een foetus die zich niet normaal ontwikkelde.

Aan het einde van de zwangerschap kan je arts je echter aanraden om geen geslachtsgemeenschap meer te hebben, omdat je baarmoedermond zich voortijdig heeft geopend. Sperma zou dan de rijping van de baarmoederhals stimuleren (versnellen) en weeën kunnen veroorzaken. 


Wanneer best geen seks tijdens de zwangerschap?

In bepaalde gevallen zal je arts het afraden om seksuele betrekkingen te hebben tijdens de zwangerschap:

  • als de vliezen zijn gebroken, om het risico op infectie te vermijden
  • bij vaginaal bloedverlies
  • als je ernstige spataderen hebt rond de vagina
  • als de placenta geheel of gedeeltelijk in de onderbuik is geïmplanteerd of de uitgang van de baarmoederhals bedekt (placenta previa)
  • bij (te) vroege weeën
  • als er een risico is op een vroegtijdige bevalling door de aanwezigheid van prostaglandines (hormonen die de bevalling op gang kunnen brengen) in het sperma.


Geen zin in seks tijdens zwangerschap

Tijdens de eerste drie maanden hebben veel vrouwen minder zin om te vrijen, vooral als het hun eerste zwangerschap is. Verschillende factoren verklaren dit verlies aan libido: hormonale veranderingen, vermoeidheid, misselijkheid, angst om de baby te schaden... De behoefte aan intimiteit en tederheid blijft wel bestaan en kan zelfs versterkt worden.

Van de vierde tot de zesde maand verandert de bloedstroom naar de genitaliën, waardoor ze gevoeliger worden. De ongemakken van de eerste drie maanden zijn vaak verdwenen. Veel vrouwen krijgen weer zin in seks, maar dit is niet altijd het geval.

Tijdens de laatste drie maanden wordt de buik groter, krijgt de blaas het steeds zwaarder te verduren en steekt de vermoeidheid weer de kop op. Het seksueel verlangen neemt daardoor vaak terug af. 


Zwanger en pijn tijdens seks

Waarom kan vrijen pijn doen tijdens de zwangerschap?

  • Omdat de vagina, schaamlippen, clitoris, borsten en tepels gevoeliger zijn, kunnen orgasmes sterker zijn. Na een orgasme kan je buik zelfs pijn doen omdat de spieren in je buik zijn samengetrokken. Dit is niet gevaarlijk. Rustig ademen, een warm bad nemen of een kruik met warm water gebruiken kan je helpen ontspannen.
  • Omdat de vagina korter wordt, kan diepe penetratie met de penis erg gevoelig zijn. Bovendien is de vagina droger tijdens de zwangerschap.
  • De toegenomen druk op de blaas kan geslachtsgemeenschap ook ongemakkelijk maken.
  • Tijdens de zwangerschap kunnen spataderen rond de vagina ontstaan, wat pijnlijk kan zijn.
  • Ook een schimmelinfectie of blaasontsteking door de verandering in zuurgraad van de vagina kan pijn veroorzaken. Raadpleeg je arts als dit gebeurt.


Welke seksstandjes tijdens de zwangerschap?

Het traditionele standje waarbij de man bovenop ligt, kan praktisch niet meer haalbaar zijn als je buik ronder wordt. Andere seksuele posities zijn dan geschikter. Zoek samen naar een comfortabele positie en neem de tijd om te bespreken wat jullie beiden bevalt.

Enkele seksstandjes voor tijdens de zwangerschap:

  • De vrouw bovenop: de vrouw zit gehurkt of geknield bovenop haar partner.
  • Op haar knieën: de vrouw zit op de schoot van haar partner. Als de penis te diep naar binnen gaat, ga dan op een stoel zitten zodat de voeten van de vrouw op de grond staan en zij de beweging kan controleren.
  • Op de rand van het bed: de vrouw zit of ligt op de rand van het bed, met haar partner geknield op de grond voor haar.
  • De man bovenop: als de man op zijn knieën, ellebogen of onderarmen steunt. Op deze manier raakt hij de buik van zijn partner niet.
  • Opzij: van gezicht tot gezicht. De vrouw tilt één been op om haar partner de ruimte te geven.
  • Lepelhouding: beide partners liggen op hun zij, de man achter de vrouw.
  • Op handen en knieën: de vrouw ligt op handen en voeten met haar partner achter zich.

Een zwangerschap is anderzijds wel een mooi moment om te genieten van andere intieme contacten, zoals knuffelen, elkaar strelen met je handen of mond... Ook zonder penetratie kan seksueel contact volledige voldoening schenken.


Heel wat mensen, jong en oud, zweren bij een middagdutje. Maar is het eigenlijk wel gezond om overdag te slapen? En hoe kan je ervoor zorgen dat het je mentale en fysieke fitheid zoveel mogelijk ten goede komt?

Wel, goed nieuws voor wie houdt van dutjes, want heel wat onderzoeken tonen effectief aan dat een kort middagslaapje, of 'powernap' zoals dat tegenwoordig ook wordt genoemd, een gunstig effect heeft op ons fysiek en mentaal functioneren, zowel bij oud als jong. 


De voordelen van een middagslaapje

Mogelijke voordelen van een (kort) middagdutje, afhankelijk van persoon tot persoon en van de 'kwaliteit' van het middagdutje.

  • Het kan de alertheid, reactietijd en concentratie verbeteren. Uit onderzoek van de NASA blijkt bijvoorbeeld dat piloten na een 'powernap' van 25 minuten ruim 2 uur langer alert zijn dan wanneer ze niet slapen.
  • Het kan de productiviteit verbeteren: de tijd die je 'verliest' door te slapen, win je in door een verbeterde productiviteit.
  • Het kan het geheugen en het leervermogen verbeteren. Dit geldt met name ook voor jonge kinderen.
  • Het kan een positief effect hebben op stress.
  • Het heeft een positieve invloed op subjectieve gevoelens van moeheid en slaperigheid.
  • Het kan (verkeers)ongevallen voorkomen wanneer je je slaperig voelt.
  • Het heeft een positief effect op het mentaal welbevinden, men voelt zich beter.
  • Mogelijk heeft het ook een gunstig effect op de bloeddruk.

Let wel, je kan met een middagdutje geen uren slaaptekort inhalen. Wie vaak laat naar bed gaat en vroeg op moet, bouwt een slaaptekort op dat met powernaps niet te compenseren valt. Het helpt wél wanneer je je wat slaperig voelt. 


Wat is het beste tijdstip voor een middagslaapje?

Op dit punt spreken de onderzoeken elkaar tegen. Wellicht verschilt dit van persoon tot persoon en van de concrete omstandigheden.

  • Het beste tijdstip voor de meeste mensen ligt in de vroege namiddag, wanneer het normale circadiaans bioritme een lichte dip kent.
  • Slaap beter niet meer na 15u omdat dit je normale nachtrust kan verstoren. 


Hoe lang kan een middagdutje best duren?

Ook hier spreken de onderzoeken elkaar tegen. Dit verschilt wellicht ook van persoon tot persoon. Er bestaat wel min of meer overeenstemming dat het middagdutje niet langer dan een half uur mag duren.

  • Meestal wordt aangeraden om ongeveer 10 tot 20 minuten te slapen. Bij sommige mensen heeft een dutje van 5 minuten al een gunstig effect.
  • Wie langer dan een half uur slaapt, loopt de kans om in diepe slaap te komen en versuft wakker te worden ('slaap inertia') en heeft langere tijd nodig om weer actief te zijn. Bovendien kan dit de nachtelijke slaap verstoren.
  • Wie bang is om door te slapen, kan het beste een wekker zetten en die na een half uur laten afgaan. 


Waar doe je best een middagdutje?

Belangrijk is vooral dat je niet gestoord wordt tijdens je slaap. Een verstoord dutje doet alle voordelen teniet. Probeer dus een rustige omgeving te vinden, bij voorkeur zonder storende geluiden en met gedempt licht. 


Een goede nachtrust is heel belangrijk. Het helpt je om je goed te voelen en zorgt ervoor dat je lichaam en hersenen goed functioneren. Sommige mensen hebben echter moeite om in slaap te geraken, of om de hele nacht in slaap te blijven.


Binnen 5 minuten in slaap vallen? Dat kan zo:

  • Veel mensen merken dat ze gemakkelijker in slaap vallen als ze een slaapschema opstellen. Je lichaam heeft zijn eigen reguleringssysteem, het zogenaamde circadiaans ritme. Deze interne klok zorgt ervoor dat je je overdag alert voelt en 's nachts slaperig. Door elke dag op hetzelfde tijdstip op te staan en naar bed te gaan, kan je je interne klok ondersteunen.
  • Yoga, meditatie en mindfulness kunnen helpen om de geest te kalmeren, het lichaam te ontspannen en de slaap te verbeteren. Yoga stimuleert met name ademhalingspatronen en lichaamsbewegingen die opgehoopte stress en spanning loslaten. Meditatie verhoogt het melatonineniveau en stimuleert slaap via de hersenen. Ten slotte kan mindfulness helpen om je te blijven concentreren op het heden, je minder zorgen te maken terwijl je in slaap valt, en zelfs overdag beter te functioneren.
  • Let op wat en wanneer je eet. De maaltijd die je eet voordat je naar bed gaat, kan namelijk je slaap beïnvloeden. Onderzoek heeft aangetoond dat koolhydraatrijke maaltijden nadelig kunnen zijn voor een goede nachtrust. Een koolhydraatrijk dieet zorgt er wel voor dat je sneller in slaap valt, maar deze slaap is niet rustgevend. In plaats daarvan kies je beter voor vetrijke maaltijden die een diepere en meer rustgevende slaap bevorderen. Als je toch opteert voor een maaltijd met veel koolhydraten, eet je die het best minstens vier uur voor het slapengaan, zodat er voldoende tijd is voor het verteringsproces.
  • Lichaamsbeweging kan de duur en kwaliteit van je slaap verbeteren door de aanmaak van serotonine in de hersenen te stimuleren en de hoeveelheid cortisol, het stresshormoon, te verminderen. Belangrijk hierbij is dat je traint aan een matige intensiteit. Door overmatig te trainen, zou je slechter slapen. Het tijdstip van de dag waarop je traint is ook belangrijk: vroeg in de ochtend trainen, lijkt beter te zijn dan later op de dag. Geschikte activiteiten zijn bijvoorbeeld: hardlopen, wandelen, fietsen of tennis.
  • Een comfortabele matras en beddengoed kunnen je slaapkwaliteit positief beïnvloeden. Een matras met een gemiddelde stevigheid zou slaapstoornissen en spierongemakken voorkomen. Een kwalitatief kussen kan daarnaast invloed hebben op je nekcurve, temperatuur en comfort. Orthopedische kussens blijken beter voor de slaapkwaliteit dan veren kussens of kussens met traagschuim. Bovendien zou een verzwaringsdeken helpen om stress te verminderen en slaap te verbeteren. Ten slotte is het ook belangrijk om in bed comfortabele kleding te dragen uit een stof die je helpt om de hele nacht een aangename temperatuur te behouden.
  • Probeer aromatherapie. Essentiële oliën werken namelijk ontspannend en kunnen zodoende helpen om in te slapen. Populaire geuren met positieve effecten op de slaap zijn onder andere: lavendel, damastroos en pepermunt. Ook oliemengsels gemaakt met citroen en sinaasappel zouden je slaapkwaliteit bevorderen. Via een diffuser kan je de essentiële oliën verspreiden, zodat je kamer gehuld wordt in ontspannende geuren.
  • Bepaalde supplementen kunnen helpen om sneller in slaap te vallen. Ze stimuleren de productie van slaapbevorderende hormonen of kalmeren de hersenactiviteit. 


     - Magnesium helpt de neurotransmitters te activeren die verantwoordelijk zijn voor de slaap.

     - 5-HTP (5-hydroxytryptofaan) is een aminozuur dat de productie van serotonine bevordert. Serotonine wordt in verband gebracht met slaapregulatie.

     - Melatonine is een hormoon dat het lichaam van nature produceert, maar het kan ook als supplement worden ingenomen om je slaap te verbeteren.

     - L-theanine is een aminozuur met kalmerende eigenschappen dat je kan helpen ontspannen.

     - GABA (gamma-aminoboterzuur) is een verbinding die in de hersenen wordt geproduceerd. Het remt bepaalde transmitters en kan het centrale zenuwstelsel helpen ontspannen. 



Lange tijd zochten we het antwoord op stress- en angstklachten in onze hersenen, maar uit onderzoek blijkt dat de nervus vagus een cruciale rol speelt, die loopt door je hele lijf loopt en heeft contact met al je organen. Geen wonder dat je stress en angst in je hele lijf kunt voelen. Dr. Luc Swinnen, expert op het vlak van stress en burn-out, vertelt er alles over in zijn nieuwe boek ‘Activeer je nervus vagus’, en dat in begrijpbare taal én met oefeningen om zelf aan de slag te gaan.


Dr. Luc Swinnen: “Heb je soms hevige angsten? Twijfel je aan jezelf? Kamp je met trauma? Ben je snel overprikkeld? Wil je meer controle over je ademhaling, je spijsvertering of je hartslag? Wil je je immuniteit versterken? Of ben je op zoek naar een frisse kijk op veerkracht? Dan ben je bij de nervus vagus aan het juiste adres.”

Een fragment uit het boek

Stress was oorspronkelijk een levensreddend hulpmiddel. Het kan nog altijd een krachtige bondgenoot zijn, die het ons mogelijk maakt optimaal te presteren en alert te reageren op gevaar. Acute stress zet aan tot vernieuwing en moedigt je aan om nieuwe dingen te leren, en om meer zelfkennis en zelfinzicht te verwerven. Maar te veel stress en langdurige stress zijn schadelijk.


Wat gebeurt er in ons lichaam bij acute stress?

In het prille begin van een stressmoment komen er verschillende hormonen vrij. Adrenaline en noradrenaline hebben een functie bij de bloeddrukregulatie. Ze maken het lichaam alerter, waardoor het klaar is om te vechten of te vluchten. Cortisol is ook een stresshormoon. Het wordt later in de stressreactie vrijgemaakt. Cortisol zorgt ervoor dat je lichaam het verlies van energie weer kan compenseren. Daarom wordt glucose aangemaakt. Dat geeft ons energie. Die energie wordt gebruikt om het lichaam weer naar de ‘normale’ toestand terug te brengen. Met andere woorden: korte momenten van stress kan ons lijf perfect opvangen. We verkeren even in opperste staat van paraatheid, maar daarna keert de rust terug. 


Acute versus chronische stress: de symptomen

Helaas is dat niet het geval wanneer we lange tijd achtereen stress ervaren. Je lichaam zal dan allerlei alarmsignalen uitzenden: lichamelijke signalen zoals hoofdpijn, pijnlijke spieren of vermoeidheid of emotionele stresssignalen als angst, prikkelbaarheid en een depressieve stemming. We ervaren ook bepaalde cognitieve stressklachten, zoals verstrooidheid en piekeren. Mogelijk zien we zelfs gedragsveranderingen: mensen die langdurig onder stress staan kunnen zich bijvoorbeeld van anderen gaan isoleren of vallen ten prooi aan middelengebruik en verslaving.


‘Het stemmetje in je hoofd’

Onze stresshormonen zijn erg nuttig. Het is dankzij adrenaline en cortisol dat ons lichaam in staat is snel te reageren op mogelijke bedreigingen, waardoor we grote schade meestal kunnen voorkomen. Maar soms houden je hormonen je voor de gek. Alleen al door je beelden voor de geest te halen van moeilijkheden of gevaren, kan de cortisolspiegel in je bloed gaan stijgen. Dat betekent dat je dus ook stress krijgt van zaken die niet in realiteit gebeuren, maar zich louter in je hoofd afspelen. Zeg je tegen jezelf: ‘Zie je wel, het gaat zeker mislukken, je bent niet goed voorbereid’, dan kun je in een hevige stresssituatie terechtkomen, puur door dat negatieve, verwijtende, kritische stemmetje in je eigen hoofd.


Waarom moeten we na een stressmoment even bekomen?

Wanneer er cortisol of adrenaline vrijgemaakt wordt, spannen je spieren zich aan. Je spijsvertering functioneert niet goed, je pupillen staan wijd open, je voelt hartkloppingen en een snelle ademhaling, je bloeddruk stijgt. Er komt suiker vrij in je bloed én het bloed stolt sneller. Het zijn allemaal automatische aanpassingen die je lichaam klaarmaken om aan te vallen of te vluchten.

Deze energie kan zich niet blijven opstapelen in je lijf. Energie moet worden gebruikt, anders ontstaan er problemen; dat is een wet van de natuur. Als je verre overgrootoom net een echte beer had bevochten, was hij de nodige energie wel kwijtgeraakt, maar als je gewoon even op je rem hebt moeten trappen in het verkeer, blijft de opgestapelde energie rondrazen in je lijf. Vandaar die hartkloppingen en die droge mond. Na zo’n reële confrontatie met gevaar – die auto had jou potentieel evenveel schade kunnen toebrengen als die beer je verre voorouder – besef je meestal wel dat je even moet ontladen. Misschien zet je je auto aan de kant en adem je diep in en uit, of ga je een wandelingetje maken om bij te komen. Zo gaat de stress in je lijf weer liggen. 


Het gevaar van (onderhuidse) chronische stress

Je krijgt ook stress door heel andere dingen. Misschien niet zo spectaculair als een bijna-ongeval, maar soms des te gevaarlijker. Juist omdat je er geen gigantische stresspiek van krijgt. Het zijn stressfactoren zoals continue deadlinestress, moeilijke relaties thuis of op het werk, onduidelijkheden en twijfels… Deze chronische vormen van stress zijn voortdurend onderhuids aanwezig, waardoor je stresssysteem altijd aan staat. En zo wordt het moeilijk om te ontspannen. Wie niet meer (voldoende) tot rust komt, kan stressgerelateerde ziektes krijgen. De bekendste voorbeelden zijn maagzweren, hartklachten of burnout, maar ook veel andere aandoeningen worden mogelijk mee veroorzaakt of verergerd door stress.


Sommige signalen van stress zijn direct merkbaar, denk maar aan gespannen spieren en hoofdpijn. Een stresssymptoom waar je misschien niet meteen aan denkt en dat zich langzamer manifesteert, is gewichtstoename. Onze hormonen spelen hierbij een belangrijke rol. 


Waarom verdikken we door stress?

Wanneer je stress ervaart, zal je lichaam hierop reageren door de cortisolspiegel te verhogen. Zo maakt het zich klaar om te ‘vechten of vluchten’. Dat cortisolhormoon is een stresshormoon dat wordt afgegeven door de bijnieren bij bedreiging. Eenmaal de bedreiging er niet meer is, zal je cortisol weer afnemen. Maar als er continu stress aanwezig is, dan blijft ook je cortisolniveau hoog. Een neveneffect van cortisol is dat het je eetlust opwekt. Veel mensen reageren dan ook op chronische stress door te grijpen naar ‘comfortfood’: zoete en vette voedingsmiddelen.

Wanneer iemand met een hoge cortisolspiegel te veel calorieën inneemt, dan zullen die calorieën zich afzetten rond je middel. Je zal dus meer buikvet krijgen. Ons metabolisme zal bovendien trager werken onder stress en ook het insulineniveau zal toenemen. Personen die onder langdurige stress staan, zullen daardoor minder calorieën verbranden.

Stress kan er ook op andere manieren voor zorgen dat je zwaarder wordt. Als je stress hebt, vraagt dat namelijk veel energie van je lichaam. Je bent dus makkelijker vermoeid, en wie moe is heeft ook minder moed om gezond te eten en te sporten. Als stress je daarnaast ’s nachts wakkerhoudt, zal niet alleen je cortisolhormoon stijgen, maar ook ghreline, het hongerhormoon. Dit resulteert alweer in een grotere drang om te eten.


Wat kan je doen?

Als je je enkel richt op gewicht verliezen zonder ook stress aan te pakken, dan zal dit niet veel uithalen. Je kan het best met je huisarts een plan van aanpak bespreken. Je arts kan je aanraden om samen te werken met een diëtist die gespecialiseerd is in stress en afvallen. Hij of zij kan een uitgebalanceerd voedingsplan ontwikkelen dat past bij jouw behoeften.

Daarnaast is het cruciaal dat je werkt aan stressreductie. Enkele tips:

  • Ga een half uurtje sporten
  • Trek de natuur in
  • Breng tijd door met vrienden
  • Vraag een familielid om hulp
  • Probeer meditatie of yoga
  • Mijd cafeïne en alcohol
  • Zeg ‘nee’ tegen zaken die je stress geven
  • Probeer mindful te eten: wees je bewust van je gevoelens tijdens het eten

Je arts kan ook voorstellen om samen te werken met een psycholoog of therapeut. Samen kunnen jullie strategieën ontwikkelen om je stress te beheersen.

Tot slot kan je arts medicatie voorstellen als je stress gerelateerd is aan chronische angst of depressie.


Veel vrouwen vinden schaamhaar onhygiënisch en kiezen ervoor om zich te scheren of te laten waxen, maar dat is misschien niet zo’n goed idee. Een studie toont aan dat schaamhaar vrouwen kan beschermen tegen terugkerende urineweginfecties. 


Schaamhaar tegen urineweginfecties?

In een studie uitgevoerd door onderzoekers van de Jagiellonian University in Polen werd gekeken naar de ontharingsgewoonten van 2.409 vrouwen (tussen 18 en 45 jaar) en eventuele urineweginfecties in het afgelopen jaar. Zo bleek dat vrouwen die minstens één keer per week harsen of scheren een groter risico liepen op terugkerende urineweginfecties. Zij kregen gemiddeld minstens 3 blaasontstekingen per jaar. Voor wie slechts eenmalig een urineweginfectie had, kon de link met ontharen niet met zekerheid worden gelegd. 


Beschermende bacteriën in schaamhaar

Om de resultaten van hun onderzoek te verklaren, kwamen de wetenschappers met de hypothese dat schaamhaar een microbiële gemeenschap herbergt die de urogenitale gezondheid beschermt. Bij vrouwen zijn verschillende soorten Lactobacillus aanwezig in schaamhaar. Deze bacteriën bieden mogelijk een 'antimicrobiële bescherming' door kolonisatie door andere micro-organismen te voorkomen. Lactobacillus heeft zelfs een sterk remmend effect op E coli-bacteriën, de meest voorkomende oorzaak van urineweginfecties.

Dit recente Poolse onderzoek bevestigt eerdere bevindingen, want in 2014 toonde een onderzoek aan dat de huid van geschoren mannen 10% meer kans had op kolonies staphylococcus aureus en 3 keer meer kans had op kolonisatie door stammen die resistent zijn tegen het antibioticum methicilline. Nog een ander onderzoek bewees al dat mannen met een baard bacteriën op hun gezicht hadden die de groei van Escherichia coli en staphylococcus aureus konden remmen. 

Overmatig verwijderen van schaamhaar zou dus kunnen leiden tot een onbalans in de urogenitale microbiota. De beschermende bacteriën zouden niet langer in staat zijn om ziekmakende bacteriën te bestrijden, waardoor die de urinewegen kunnen binnendringen. Volledige ontharing van de vagina zou zo het ontstaan van een schimmelinfectie (candida albicans), vaginose, jeuk en irritatie kunnen bevorderen.

Veel vrouwen doen foute dingen bij hun intieme hygiëne. Welke regels moeten er worden gerespecteerd en hoe beperk je maximaal het risico op irritatie en infectie?


Zeven gouden regels bij intieme hygiëne

  1. Doe je intieme verzorging ’s morgens en/of ’s avonds, maar zeker niet meer. Er is één uitzondering: na seksuele betrekkingen (en nadat je eerst een plasje hebt gedaan).
  2. Was vooral de buitenkant en vermijd de binnenkant om je vaginale flora niet te verstoren. Interne vaginale douches zijn overigens te vermijden, evenals oplossingen voor vaginaal gebruik op basis van azijn of antibacteriële producten.
  3. Beperk het gebruik van een washandje. Vermijd vooral om het te laten drogen (bijvoorbeeld op de radiator) om het ’s anderendaags opnieuw te gebruiken, want het kan kiemen bevatten. Het ideaal is om de handpalm en lauw water te gebruiken bij de intieme hygiëne. Gebruik geen zeep want dat droogt de slijmvliezen uit. Je mag wel speciale lotions gebruiken als je daarmee niet overdrijft.
  4. Na de stoelgang mag je vochtige doekjes gebruiken, en ook tijdens de maandstonden voor een verfrissend effect. Maar grijp er niet naar na elk plasje want op de lange duur kunnen ze irriterend werken.
  5. Droog je na de intieme hygiëne af met een zachte sponsen handdoek die niet schuurt. Dep je droog in plaats van je droog te wrijven.
  6. Trek elke dag vers ondergoed aan. Vermijd synthetische lingerie als je veel transpireert of als het zeer warm is. Hetzelfde geldt voor leggings of andere spannende pantalons.
  7. Na de stoelgang of na het urineren veeg je je schoon met niet geparfumeerd toiletpapier. En doe dat altijd van voren naar achteren toe om te vermijden dat bacteriën zich van de anus naar de vagina toe verspreiden (wat een risico op blaasontsteking geeft).



Lang douchen of baden kan de huid uitdrogen, doordat de natuurlijke vetlaag van de huid wordt gewassen. Ook sommige producten (zoals zeep) kunnen de huid uitdrogen. Heb je een gevoelige of droge huid, dan kan je beter zo kort mogelijk, niet te heet en niet te vaak douchen. Na het douchen kan je gebruik maken van vochtregulerende producten om de huid te verzachten en te kalmeren.


Huidvriendelijk douchen

  • Douche of baad niet iedere dag, maar bijvoorbeeld om de andere dag.
  • Blijf zo kort mogelijk onder de douche of in bad. Blijf zeker nooit langer dan 10 minuten onder de douche of langer dan een half uur in bad.
  • De aanbevolen temperatuur is de temperatuur van de huid: 35-37°C. Kouder mag, liever niet warmer.
  • Gebruik zachte sponzen en geen harde borstels om de huid schoon te boenen.
  • Gebruik liever geen badschuim of douchegel. De beste reinigingsproducten voor een droge huid zijn bad- en doucheoliën.
  • Alhoewel de zogenaamde ‘zeeploze’ zepen meestal voorgesteld worden als zijnde ‘mild voor de huid’ en ‘klinisch of dermatologisch getest’, is er geen enkel bewijs dat deze superieur zijn ten opzichte van de ‘echte’ zepen. De zuurtegraad (pH) van deze zepen benadert de fysiologische zuurtegraad van de huid (4 à 6). Maar de huidvriendelijkheid van zepen (en andere reinigingsmiddelen) is niet specifiek afhankelijk van de zuurtegraad (pH). De schadelijkheid hangt eerder af van het ontvettend vermogen van het reinigingsmiddel. Echte zepen veroorzaken in het algemeen minder ontvetting en irritatie dan de ‘zeeploze’ zepen. Vandaar dat bij personen met huidaandoeningen zoals eczeem en psoriasis, en bij personen met een droge of gevoelige huid, aangeraden wordt ‘echte’ zepen of ‘overvette’ verzachtende zeep (verrijkt met bestanddelen zoals lanolinederivaten, vetalcoholen enz.), of syndets op basis van isethionaten te gebruiken.
  • Gebruik liever geen geparfumeerde varianten.
  • Na het douchen, als de huid nog een beetje vochtig is, kan je de huid insmeren met een beschermende zalf of crème. Bij voorkeur hypo-allergeen en speciaal voor droge huid.
  • Droog alle delen van je lichaam grondig af. Vergeet ook de ruimtes tussen de tenen niet.



Aantal gevonden items: 47

Sign In