Mentaal welbevinden is de mate waarin je je goed in je vel voelt, de mate waarin je je gelukkig voelt. Het is een uitkomstmaat van positieve geestelijke gezondheid.


Geluk

Maar wat wil dat precies zeggen? Mentaal welbevinden is een vaag concept – je kunt je er weinig bij voorstellen. We spreken daarom ook wel over geluk. Geluk wordt vaak gelijkgesteld aan genot of ‘genieten’. Dat gaat over het tijdelijk ervaren van positieve gevoelens. Maar geluk is veel meer dan dat!

Op basis van vele onderzoeken naar mentaal welbevinden is er een consensus dat geluk niet alleen te maken heeft met emotie en gevoelens, maar ook met cognitie en verbondenheid met andere mensen en de wereld rondom ons.

Anders gesteld: mentaal welbevinden wordt gezien als een multifactorieel concept: het is één concept met daaronder verschillende deelcomponenten of subfactoren. Hierbij wordt verondersteld dat de verschillende factoren van welbevinden op een hoger niveau complementair zijn aan elkaar waardoor ze uiteindelijk tot dezelfde uitkomst leiden.


De geluksdriehoek als model

De geluksdriehoek is een het eerste ‘Vlaamse geluksmodel’. We integreerden de inzichten uit (het onderzoek over) de verschillende bestaande modellen (zie verder) en uit de internationale literatuur. De doelstelling was om een visueel toegankelijk model ontwikkelen dat niet alleen inzicht verschaft in de bouwblokken van geluk, maar ook duidelijk maakt hoe je deze bouwblokken kunt versterken.


Drie bouwblokken van geluk

De kern van de geluksdriehoek wordt gevormd door drie componenten of ‘bouwblokken’:

  • je goed voelen,
  • op een optimistische manier over jezelf en je leven denken,
  • en het gevoel verbonden te zijn met de mensen rond je heen.

Hoewel het belang van elke bouwblok verschilt van mens tot mens en verandert over de tijd, zijn deze bouwblokken voor zowat iedereen nodig om zich goed te voelen. Belangrijk is ook dat de bouwblokken met elkaar verbonden zijn: ze vallen als puzzelstukjes in elkaar.


Behouden én versterken van geluk

Weten wat de bouwblokken zijn van mentaal welbevinden of geluk, is één zaak. Maar het is ook van belang om inzicht te hebben in hoe je mentaal welbevinden kunt behouden of versterken. In dat opzicht stellen enkele wetenschappelijke theorieën dat (sommige componenten van) het mentaal welbevinden relatief stabiel is (zijn) overheen de tijd. De subjective wellbeing homeostasis theory (Cummins and Nistico, 2000) is een voorbeeld van zo’n theorie. Maar de auteurs van deze theorieën benadrukken, tegelijkertijd − samen met heel wat anderen − dat dit niet betekent dat ons mentaal welbevinden onveranderbaar is: ‘interventies’ spelen een belangrijke rol bij het behouden of versterken van ons mental welbevinden.


De filosofie van de Oude Grieken

De zoektocht naar de deelcomponenten van geluk of mentaal welbevinden gaat terug tot een discussie tussen Griekse filosofen. Zij onderscheidden hedonia en eudaimonia. Aristippus omschreef ‘hedonia’ als de kunst om te kunnen genieten van het moment en stelde dat dit de sleutel was tot het goede leven. Plato, en een aantal van zijn volgers in de Academie, waren echter van mening dat een gelukkig leven niet hetzelfde is als een intellectueel of moreel verheffend leven. Zij benadrukten dat gevoelens van welbevinden vluchtig zijn en introduceerden daarom de ‘tweede weg’: eudaimonia, of de ‘weg naar de goede geest’ (‘eu’ (‘goed’) en ‘daimōn’ (‘geest’)). Het gaat er dus om dat iemand in staat is te leven in overeenstemming met zijn ‘daimōn’, zijn ‘ware zelf’.

Voortbouwend op het onderscheid dat de Griekse filosofen maakten, wordt in de moderne psychologische literatuur gesproken over emotioneel of hedonisch welbevinden enerzijds en psychologisch of eudaimonisch welbevinden anderzijds.


Emotioneel of hedonisch welbevinden

De hedonische traditie in de moderne psychologie beschrijft welbevinden als een subjectieve ervaring. Deze traditie gaat ervan uit dat het welbevinden versterkt kan worden wanneer enerzijds negatieve gevoelens verlaagd worden (vermijden of minimaliseren van pijn) en anderzijds positieve gevoelens verhoogd (maximaliseren van plezier).

De meest gebruikte conceptualisering van hedonisch welbevinden in de psychologische traditie, is het tripartite model van Diener (1984). Volgens dit ‘subjective wellbeing model’ (SWB-model) omvat welbevinden drie aspecten: de mate waarin positieve gevoelens aanwezig zijn, de mate waarin negatieve gevoelens afwezig zijn en de mate waarin mensen tevreden zijn met het eigen leven.


Psychologisch of eudaimonisch welbevinden

De eudaimonische traditie legt − in lijn met de invulling van eu-daimōn − nadruk op betekenisverlening en zelfrealisatie, en op de mate waarin iemand erin slaagt deze op een goede manier te integreren in zijn of haar leven. Daar waar hedonisch welbevinden ook wel de ‘gevoels’component van welbevinden genoemd wordt, wordt eudaimonisch welbevinden eerder beschouwd als de ‘cognitieve’ of reflectieve component.

Niet het plezierige leven staat centraal, wel het bereiken van een goed leven vanuit psychologisch perspectief. Het eudaimonisch welbevinden wordt uitgedrukt in termen van de mate van zelfrealisatie of de mate waarin iemand zijn potentieel kan realiseren. Ryff omschreef zes criteria of subdimensies die essentieel zijn om dit eigen potentieel te kunnen realiseren (Ryff, 1989): zelfacceptatie, omgevingsbeheersing, positieve relaties met anderen, autonomie, doelgerichtheid en persoonlijke groei.


Sign In