Aseksualiteit is een parapluterm voor mensen die weinig tot geen seksuele aantrekkingskracht ervaren. Niettemin is er veel variatie binnen deze groep mensen in hoe ze hun aseksualiteit beleven.
Een belangrijke misvatting is dat een aseksueel persoon vergelijkbaar is met een celibatair die er bewust voor kiest om geen seks te hebben. Aseksueel zijn is geen keuze, maar een seksuele oriëntatie. Ook is aseksueel zijn niet hetzelfde als geen zin hebben in seks of een laag libido hebben. In bepaalde stressvolle periodes bijvoorbeeld kan je merken dat je libido laag is, maar dat betekent niet noodzakelijk dat je aseksueel bent.
Veel variatie binnen aseksualiteit
Aseksualiteit kan je zien als een spectrum. Waar mensen zich bevinden op dat spectrum, hoe ze met andere woorden hun aseksualiteit ervaren, is zeer individueel bepaald:
- Sommige aseksuelen kunnen seksuele opwinding voelen, anderen dan weer niet of in mindere mate.
- Een minderheid van aseksuele mensen zegt wel al eens seksuele aantrekkingskracht te hebben gevoeld.
- Sommigen masturberen om spanning los te laten, anderen hebben hier geen ervaring mee.
- Er is ook een verschil tussen geen behoefte hebben aan seks of er daadwerkelijk afkerig van zijn.
- Sommigen hebben helemaal geen seksuele ervaring, anderen hebben dit wel, binnen of buiten hun relatie.
Dan maakt men ook nog de indeling tussen romantisch aseksuelen en aromantisch aseksuelen. De eerste groep is in staat omverliefd te worden of om liefde te voelen voor iemand anders. Aromantisch aseksuelen ervaren deze gevoelens niet.